Charles Explorer logo
🇨🇿

Affect en oscillatie in Nederlandse romans voorbij het postmodernisme : Casus Klont

Publikace na Filozofická fakulta |
2022

Tento text není v aktuálním jazyce dostupný. Zobrazuje se verze "nl".Abstrakt

Hedendaagse Nederlandstalige literatuur is recentelijk gedefinieerd door de affectieve dominant (Demeyer en Vitse 2018, 2020). Het kan ook beschreven worden in termen van oscillatie tussen modernisme en postmodernisme, een kenmerk van metamodernisme (Van den Akker en Vermeulen 2010, 2017).

Mijn analyse van vier hedendaagse literaire romans combineert beide theoretische concepten om te laten zien dat 1) de teksten oscilleren tussen epistemologische, ontologische en affectieve thematische vragen, 2) dat er behalve oscillatie op het niveau van tekst dat verschillende vragen voorop plaatst, ook oscillatie op het niveau van leeswijze plaatsvindt en 3) dat de vorm van romans uitnodigt tot oscillatie tussen verschillende interpretatieve frames (Vaessens 2013). De analyse van Zonder noorden komt niemand thuis, Klont, Gebrek is een groot woord en Wij zijn licht laat zien dat deze oscillerende romans met affectieve vragen niet voldoende uitgelicht en geïnterpreteerd kunnen worden door sociologische kritiek (Ashtor 2014) waarbij de ideologiekritische aanpak van affectieve dominant van Demeyer en Vitse als voorbeeld kan dienen. Affectieve vragen hebben behalve "a relation of the individual in society" (Ashtor 2014, 195) - waarvoor de instrumenten van ideologiekritiek uiterst geschikt zijn - ook te maken met problematisering van "the individual as a system" (Ashtor 2014, 195).

Deze aspecten komen beter tot hun recht binnen een speculatieve aanpak (Ashtor 2014) waarvan Eve Kosofsky Sedgwicks (2003) concept van reparatief lezen een vertegenwoordiger is. Dit concept pas ik toe op de interpretatie van Klont, Gebrek is een groot woord en Wij zijn licht.

Mijn bijdrage tot een karakterisering van hedendaagse Nederlandse literatuur verhoudt zich dus niet alleen maar tot een literair-historiografische verschuiving (voorbij het postmodernisme) maar ook tot de ontwikkelingen van visies op de taak van literaire kritiek in de 21e eeuw (voorbij "hermeneutics of suspicion" (Felski 2008, 2015)).